Zodra nachtvorst en sneeuw hun intrede doen in de winter gaat het voor veel vogelsoorten moeilijker worden om nog aan voldoende voedsel te komen.
Het zoeken naar eten is immers veruit de belangrijkste bezigheid van vogels om te overleven. Met een lichaamstemperatuur van meer dan 40°C hebben ze heel veel calorieën nodig, vooral de kleinere vogelsoorten. Normaal gezien sterft een vogel in onze streken niet rechtstreeks van de koude, maar een langdurige voedselschaarste doet hen verzwakken en verstoort hun stofwisseling. Ze lopen dan ook meer kans op allerlei ziekten. De dagen zijn erg kort en daardoor ook de beschikbare tijd om het nodige voedsel bijeen te zoeken. Bovendien hebben vogels ook een hoger calorieverbruik, zodat hun vetreserves sneller uitgeput geraken.
Vooral in perioden van koude, waarbij de vogel genoeg energiereserve moet hebben om gedurende de lange, koude nachten zijn temperatuur op peil te houden, kan hij in een acute gevaarsituatie belanden. De menselijke tussenkomst, via een goed uitgebalanceerde en gevarieerde voeding is essentieel voor de vogels, zeker als er gedurende een lange periode straks mogelijk weer een keer een ‘sneeuwtapijt’ ligt. (Iets dat de afgelopen zes winters b.v. regelmatig het geval was.)
Elke goede dierenzaak en ook sommige supermarkten hebben voer voor buitenvogels. Meestal zijn dat twee soorten; ‘strooivoer’ en ‘universeel voer’. Met het eerste type kan je bijna alle zaden-etende vogels blij maken (van meesjes tot duiven) en met het tweede (universeel voer) vooral soorten als merels, lijsters, roodborstjes e.d. Beide voersoorten worden gegeten door alle kraai-achtigen (Vlaamse gaai, kauwtjes, eksters, o.a.) Eenden, ganzen en zwanen in parken, vlieten en sloten zijn vaak al geholpen met brood, maar ook die kunnen goed ‘uit de voeten’ met het universeel voer.
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.