,,Als je dan toch de Mont Ventoux drie keer achter elkaar beklimt, dan moet je ook voor de Cinglé gaan en het binnen een bepaalde tijd doen.” Makkelijk gezegd voor een sportfanaat die al op jonge leeftijd op redelijk hoog niveau schaatste en daarnaast ook nog ging fietsen.
Maar niet als je sinds de vorige editie van ColSensation een zenuwslopende tijdrit door het leven koerst met de dood in je wiel en niemand die weet hoe ver de finish nog is en achter welke bocht de eindstreep ligt.
Een beklimming van ‘de berg van de wind’ begint in het donker omdat je die tijd wel nodig hebt, maar voor Martin van der Plas (47) zou hij op 18 september 2014 ook in het donker eindigen. Op het terras van Chalet Reynard, net onder de top van de Franse reus, waar volgens Martin tijdens de Tour de France de slag wordt bepaald en mannen van jongens worden gescheiden, sloeg zijn leven totaal om. Plots werden zekerheden en toekomst van elkaar gescheiden. Vier maanden tot een jaar kreeg hij als diagnose. Martin fietste dus al voor anderen voordat hij wist zelf een van de anderen te zijn.
Een jaar verder laat hij zich noch door de diagnose noch door een Frans Provençaals gezegde weerhouden. ‘N’est pas fou qui monte au Ventoux, mais est bien fou qui y retourne.’ (Je bent niet gek als je de Ventoux beklimt, maar gestoord als je het nog eens doet.)
Ondertussen had hij ook de ronde van bestralingen achter de rug. Dertig etappes in vijf weken, zes dagen per week en steeds één rustdag. De eerste keer dat hij op de bestralingsbank lag, fietste hij in gedachten tegen Alberto Contador, Chris Froome en ‘een poppetje’. ,,Dat was dat gezwel in mijn hoofd.” De fanatieke sportman in Martin was getergd en klaar om met opgeheven hoofd zijn tumor aan te vallen. ,,Ik dacht: Kom maar! Ik pák je!”
Een week voor hij ‘zijn’ berg weer trotseerde, wachtte nog wel een spannende uitslag van een MRI-scan na drie maanden zonder bestralingen en chemotherapieën. De hoop was dat de tumor minimaal gelijk was gebleven, maar hij bleek zelfs ietsjes kleiner geworden. Dat had Martin niet durven dromen.
Als het leven kan afnemen wat je nooit dacht te verliezen dan kan het dus ook (terug)geven wat je nooit meer dacht te krijgen.
Intussen heeft iedereen dé beelden wel gezien. Onder luid gejuich en welverdiend applaus beklimt hij de laatste meters richting de open armen die hem bovenop de alp opwachten. Indrukwekkend, ontroerend en geen mens die niet lijkt te begrijpen welk emotioneel verhaal zich hier precies afspeelt. Zijn eigen Olympische prestatie. Niet alleen door de top van ‘de kale berg’ te bereiken, maar door een jaar na dato z’n eigen finishlijn te verleggen omdat diep vanbinnen zijn Olympische vlam maar niet wilde doven.
Martin bewees de rol van sport als reddingsboei die hij zichzelf toewierp. Het voormalig schaatstalent leek in de kracht van zijn leven te worden gepasseerd door de ergste tumor die er bestaat en moest bestralingen ondergaan plus ‘een pilletje voor een pilletje’ om het te doorstaan. Maar het meest van alles vroeg zijn lichaam om weer te gaan sporten. ,,Ik heb dat nodig. Het is een verslaving die gevoed moet worden.” En tijdens zijn tweede ColSensation etaleerde hij tot welke prestaties een mens dan nog in staat is.
De beelden tonen vooral dat er waardevollere prijzen te winnen zijn dan goud of zilver. Er zijn sterkere tegenstanders te verslaan dan zichtbaar zijn. En er zijn altijd redenen te verzinnen om het niet meer te zien zitten, maar in een uitzichtloze situatie zag Martin alleen redenen om niet op te geven.
Iedereen kan een keer pieken, maar het vraagt moed om terug te keren naar zo’n emotionele plek en daar het maximale van jezelf te eisen. Martin stond op zoals helden opstaan als het echt moet en er geen andere uitweg meer is. Maar heldendaden kunnen niet geëvenaard worden. En dus bereikte Martin van der Plas niet alleen de top van de Mont Ventoux, maar behaalde hij ook een heldenstatus waardoor hij altijd op eenzame hoogte zal blijven staan.
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.