Met een beetje goede wil zou je ons huis – het Veerhuis in Strijensas – kunnen zien als het begin en het einde van een grote dynastie. Het einde, omdat Johan Willem Friso (1687 – 1711) pal bij ons voor de deur ontdekte dat hij niet kon zwemmen. En het begin, omdat hij middels zijn kinderen en kleinkinderen en een beetje handig uithuwelijken de stamvader werd van alle nog bestaande vorstenhuizen in Europa. Doe dat de Oranjes maar eens na. Maar goed, met mensen als Hendrik en Bernard kijk je niet op van zoveel viriliteit.
Acht dagen later werd hij op bijna dezelfde plek gevonden als waar hij kopje onder was gegaan. Zo dood als een pier natuurlijk. Of hij toen daadwerkelijk ons huis is binnengebracht vertelt alleen de lokale folklore en daar durf ik mijn hand niet voor in het vuur te steken. Net zo min als voor het verhaal dat Lodewijk Napoleon (ja, broer van) een eeuw later bij ons zou hebben overnacht. Maar waarom ook niet? Het was een veerhuis met een herbergfunctie en een halteplaats op de weg van Den Haag naar Brussel, een stad die toen nog van ons was.
Om onze gasten te imponeren vertel ik daar graag over. Zoals laatst aan dat Friese koppel, dat we onlangs leerden kennen en dat half Friesland met ons had doorgejakkerd om ons te imponeren met Jopie Huisman in Workum en nog veel meer Friese glorie. Wij konden natuurlijk niet achterblijven. Dus wij eerst naar het Museum Hoeksche Waard, voorheen het Hof van Assendelft in Heinenoord. We sleepten ze meteen de salon in, want je wilt ze toch eerst dat bijna twee eeuwen oude panoramabehang laten zien dat daar alle vier de muren opsiert. Terwijl zij zich eraan stonden te vergapen konden wij mooi vertellen dat het vroeger ons huis had opgesierd. OK, geef ik toe, toen was het ons huis nog niet en we hebben het daar ook nooit mogen aanschouwen, maar dan is het toch ook een beetje ons behang. Doe ons dat maar eens na.
En daarna meteen naar Boerderij Oost-Leeuwenstein, die erbij hoort. Niet voor de tentoonstelling over WO II in de Hoeksche Waard. Of al dat andere fraais wat er te zien is. Daar gaan we nog een keer voor terug want het is echt de moeite waard. Maar dit keer gingen we voor het klasje van Suze Groeneweg. Ook al uit Strijensas. Dochter van een arbeider, maar slim. Werd eerst schooljuffrouw, maar kwam later als eerste vrouw in de Tweede Kamer terecht. Je ziet, de geschiedenis is doordrenkt met Strijensas. Doe dat Strijensas maar eens na.
Johan Willem Friso was op weg naar Den Haag maar bleef bij ons voor de deur steken. Lodewijk Napoleon kwam er wel maar bleef eerst bij ons slapen. Hij was ook zo weer weg uit Den Haag. Maar Suze Groeneweg kwam bij ons vandaan, ging naar Den Haag en bleef daar tot op de dag van vandaag. Voor haar moest eerst een WC worden gemaakt want die was er nog niet voor vrouwen. En het gangetje ernaar toe heet nog steeds het Groeneweggetje. Beroemd is haar uitspraak toen er een debat werd gevoerd over de opvang van onwettige kinderen. Met opgeheven vinger hield ze het deftige herengezelschap voor:
“Achter elke gevallen vrouw gaat een gevallen man schuil.”
Het is nadien nooit meer zo lang stil gebleven in de Tweede Kamer. Doe dat Suze Groeneweg maar eens na.
In het museum kan je het er allemaal op nalezen. Misschien kom je ons dan wel tegen, als wij de rest aan het bekijken zijn.
Lein van der Wulp
Meer lezen van Lein van der Wulp:
- Mannen van Maasoord (roman in de stijl van de columns over een middelbare school) – euro 19,50
- Kelderwesp (oorlogsthriller in de Drechtstreek) – euro 18,50
- Overal te bestellen, ook bij de auteur (gesigneerd).
- Voor het laatste, mail naar [email protected] en vermeld uw adresgegevens
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.