HOEKSCHE WAARD – Natuurwerkgroepen in de provincie die vrijwilligers leveren voor het nieuwe weidevogelbeheer hebben een brandbrief gestuurd naar de provinciale staten van Zuid-Holland, de Randstedelijke rekenkamer, de verantwoordelijke gedeputeerde de heer Weber én naar de staatssecretaris van Economische Zaken de heer van Dam. De strekking ervan is: de provincie stuurt nauwelijks op een goed resultaat en het nieuwe beheer is daardoor opnieuw ineffectief. Het is tegen de afspraken, 30 jaar wanbeleid wordt ermee voortgezet, het is geldverspilling en vrijwilligers haken af, terwijl meer vrijwilligersinzet een doelstelling is van de provincie. De natuurwerkgroepen eisen transparantie over de plannen en resultaten, sterke verbetering van leefgebieden door een hoger waterpeil en behoud en herstel van kruidenrijk grasland. Hoge agrarische productie blijft ten koste gaan van de weidevogels, zorgt voor bodemdaling met zeer grote maatschappelijke kosten en voor onzeker rendement voor de boeren. De groepen bevelen aan agrarisch natuurbeheer te koppelen aan maatregelen om de bodemdaling te stoppen, voor een betere toekomst voor de boeren, de weidevogels en het landschap.
Weidevogels in vrije val, nieuw beleid
De stand van veel vogels zoals kievit, grutto (onze nationale vogel), tureluur en veldleeuwerik is in een vrije val geraakt. Watersnip en kemphaan zijn al jaren verdwenen. Sinds de jaren ’70 bestaan al vormen van agrarisch natuurbeheer. In 2013 stelde de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur vast dat het agrarisch natuurbeheer ‘een fiasco’ was. Natuurbeschermers en onderzoekers hadden dat al tien jaar eerder geconstateerd en de overheid hier vele malen vergeefs op aangesproken. Het kabinet besloot eindelijk tot ander beleid, de verantwoordelijkheid voor de uitvoering kwam door de decentralisatie bij de provincies. Agrarische (natuur)collectieven werden verantwoordelijk voor realisatie en moeten samenwerken met natuurgroepen en terreinbeheerders zoals het Zuid-Hollands Landschap. Natuurwerkgroepen leveren de vrijwilligers om vast te stellen waar de weidevogels zitten, te adviseren over het perceelbeheer en tellingen uit te voeren om te zien of het beheer resultaat heeft.
We weten ondertussen heel goed wat weidevogels nodig hebben en hoe je effectief beheer uitvoert. De provincie formuleerde op basis van alle kennis eisen waaraan de gebiedsplannen van de collectieven moesten voldoen om subsidie te krijgen: 1) grote aaneengesloten beheergebieden, 2) alleen in gebieden met hoge weidevogeldichtheid, 3) toepassing van mozaïkbeheer (afwisseling van percelen geschikt voor broeden en opgroeien van jongen) en 4) voldoende gedeelten met hoog waterpeil en beperkte mestgift.
Nauwelijks verbetering en geen transparantie
De natuurorganisaties zijn met volle inzet de gesprekken voor het nieuwe stelsel ingegaan maar de huidige opzet faalt opnieuw. Het is nauwelijks een verbetering ten opzichte van het oude beheer, de voorwaarden voor goede leefomstandigheden voor de vogels worden veel te weinig ingevuld, van de inzet van vrijwilligers wordt steeds meer gevraagd en de provincie geeft geen inzicht in het gevoerde beheer en de resultaten.
Met uitzondering van Delfland en de Krimpenerwaard is er geen constructieve dialoog tussen natuurwerkgroepen en de agrarische collectieven. Alleen als alle betrokken organisaties samenwerken komt het goed. En dat moet een sterke overheid met goed beleid bewerkstelligen.
Vogelbescherming Nederland heeft ondertussen een juridische procedure aangespannen tegen de Nederlandse overheid. Want volgens de Europese Vogelrichtlijn en de Nederlandse Wet Natuurbescherming is ons land verplicht de weidevogelstand op peil te houden en te verbeteren. De overheid overtreedt gewoon zijn eigen wet.
De vrijwilligers krijgen stank voor dank
De huidige opzet vereist veel inzet van natuurvrijwilligers en we doen ons best die te werven en op te leiden. Ondertussen heeft de provincie niets met onze adviezen gedaan en gaf ze doodleuk aan dat we onze opmerkingen maar met de collectieven moesten bespreken. De provincie heeft eind 2016 wel met de collectieven geëvalueerd, maar niet met de maatschappelijke organisaties. Veel vrijwilligers haken boos en teleurgesteld af, omdat hun energie en vrije tijd niet de beoogde resultaten geven. De provincie leunt juist steeds meer op hun inzet met als toverwoord ‘burgerparticipatie’.
De natuurwerkgroepen zijn niet tegen de boeren
De huidige opzet gaat uit van vrijwillige inzet door boeren. Weidevogels worden daardoor ingepast in een intensieve agrarische bedrijfsvoering. Dat is niet effectief, leidt tot verspilling van het schaarse geld voor agrarisch natuurbeheer én confronteert boeren met ingewikkelde regels en veel controles.
Wij zijn niet ‘tegen de boeren, zonder boeren zijn er immers geen weidevogels. Maar wij zijn vóór weidevogels en voor ‘afspraak is afspraak’. Omdat de provincie niets afdwingt, is het werk van de collectieven erg lastig en komen wij tegenover de boeren te staan.
Onwerkbaar compromis, geen kinderziekte
Wij hebben onze brief aan de verantwoordelijk gedeputeerde de heer Weber én aan de Provinciale Staten (PS) gericht. PS is uiteindelijk verantwoordelijk en de huidige uitvoering van het weidevogelbeheer in een intensieve bedrijfsvoering draagt alle kenmerken van een onwerkbaar compromis. Dat is geen kinderziekte, het gebrek aan ambitie en sturing door de provincie is een structureel probleem.
Onze eisen
Wij eisen dat de provincie een plan maakt met meer ambitieuze, kwantitatieve doelen en daarop ook gaat sturen, dat de provincie alleen vergoedingen geeft voor effectieve maatregelen, en dat ze cijfers op tafel legt over maatregelen en resultaten. De provincie moet veel zwaarder inzetten op voorlichting en ondersteuning van natuurinclusief boeren, want veel boeren zitten ‘vast’ in het huidige systeem. Inpassing van weidevogels met de vergoeding is goed mogelijk zonder economische schade, maar het ontbreekt vaak aan kennis of durf.
Zonder een beter plan en sturing blijft het wantrouwen bestaan, haken de vrijwilligers definitief af, wordt het agrarisch natuurbeheer opnieuw een fiasco en verdwijnen de weidevogels uit het boerenland.
Hoeksche Waard Landschap, IVN IJssel en Gouwe, KNNV afdelingen Delfland, Den Haag, Gouda en Leiden, Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard, Stichting Werkgroep Groenbeheer Nootdorp-Leidschendam, Vogelwerkgroep Koudekerk/Hazerswoude e.o.
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.