MIJNSHEERENLAND – Het college van burgemeester en wethouders van Binnenmaas heeft op 26 september 2017 besloten te weigeren een wijzigingsplan voor het bestemmingsplan Landelijk Gebied vast te stellen en de daarvoor benodigde procedure te vervolgen. Deze bestemmingsplanwijziging was nodig om de uitbreiding van een geitenhouderij aan de Provincialeweg 7d in Mijnsheerenland mogelijk te maken.
Principeverzoek
In oktober 2015 is een principeverzoek ingediend bij gemeente Binnenmaas voor de bouw van een stal voor 1600 biologische geiten, een werktuigenberging annex stro-opslag en een dienstwoning. Omdat er al geiten in de inrichting aanwezig zijn, komt het totaal aantal geiten met de uitbreiding op 2000. Op 26 januari 2016 heeft het college positief besloten op dit principeverzoek. Aan het plan kan medewerking worden verleend door het vaststellen van een wijziging op het bestemmingsplan waarbij het bouwvlak dat is toegekend aan dit perceel wordt vergroot.
Daarbij is ook nadrukkelijk gekeken naar de gezondheidsaspecten en is op verzoek van de gemeente advies gevraagd aan de GGD. Kort samengevat adviseerde de GGD –op basis van de op dat moment beschikbare inzichten– om een minimale afstand van 250 meter aan te houden tussen veehouderijen en woningen van derden. Aan deze voorwaarde werd voldaan.
Nieuw rapport RIVM
Op 16 mei 2017 besloot het college medewerking te verlenen aan een wijziging van het bestemmingsplan. Vervolgens heeft het voorontwerpwijzigingsplan op grond van de inspraakverordening van 12 juni t/m 24 juli 2017 ter inzage gelegen. Omwonenden in een straal van 400 meter zijn aangeschreven en er is door de aanvrager een inloopavond gehouden. In de periode dat het plan al ter inzage lag, verscheen op 16 juni het rapport “Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (aanvullende studies)” van het RIVM. Dit rapport is een aanvulling op een eerder rapport uit 2016. In dat eerste rapport werden tegenstrijdige resultaten over de vraag of longontsteking vaker voorkomt rondom veehouderijen gezien. De aanvullende analyses uit het rapport van juni 2017 hebben nu bevestigd dat er inderdaad vaker longontstekingen voorkomen tot een afstand van 2 kilometer van geitenhouderijen. De oorzaak is onduidelijk. Het zou te maken kunnen hebben met ziekteverwekkers die van dieren afkomstig zijn (zoönosen), micro-organismen in de mest, of dat mensen gevoeliger voor longontsteking worden door de blootstelling aan stoffen die geitenhouderijen uitstoten, zoals fijnstof en endotoxinen.
Onduidelijkheid
Op 20 juli heeft de GGD een memo aan de gemeente gezonden ter aanvulling van het eerder uitgebrachte advies. In dit memo wordt de inhoud van het RIVM rapport beschreven en worden gemeenten geadviseerd om het voorzorgprincipe te hanteren. Uit het onderzoek van het RIVM wordt niet duidelijk wat de oorzaak van de verhoogde kans op longontsteking is. Het onderzoek van het RIVM is uitgevoerd in Noord-Brabant en Limburg. Het is onzeker of de risico’s die zijn vastgesteld even hoog zijn in regio’s waar de dichtheid van veehouderijen lager is. Om meer duidelijkheid te krijgen over oorzaken en te nemen maatregelen heeft het RIVM besloten tot nader onderzoek. De GGD kan niet aangeven welke maatregelen getroffen moeten worden om de risico’s voor omwonenden van de geitenhouderij te verkleinen. Mogelijk wordt op basis hiervan in de toekomst wetgeving door de rijksoverheid opgesteld.
Stoppen procedure uit voorzorg
Omdat er op dit moment onduidelijkheid bestaat op het gebied van de volksgezondheid en er nader onderzoek wordt uitgevoerd, heeft het college van Binnenmaas besloten te weigeren een bestemmingsplanwijziging voor het bestemmingsplan Landelijk Gebied vast te stellen en de daarvoor benodigde procedure te vervolgen.
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.