Sprinttalent
Voorlopig is die keuze niet ten onrechte. Dit jaar behaalde Kooij, ondanks de corona-onderbreking, zeven overwinningen in het shirt van het Jumbo-Visma Development Team. Bijna al die zeges kwamen voort uit massasprints, Kooij heeft snelle benen. Hoe ziet hij zichzelf? Als een groot sprinttalent, een jonge wielrenner die leuk bezig is of als een toekomstig veelwinnaar? “Geen van alle drie eigenlijk”, antwoordt Kooij nuchter.
“Je bent gewoon bezig met je sport, je bekijkt jezelf niet met zo’n stempel. Als andere mensen de sticker van sprinttalent op mijn voorhoofd willen plakken vind ik dat prima, daar heb ik geen moeite mee. Maar zelf zal ik het niet zo snel doen.”
Tekst gaat door onder de foto
Olav Kooij, trainend in de Hoeksche Waard
Verbaasd
Kooij opende zijn 2020 met zeges in Kroatië en Slovenië. “In het begin van het seizoen, nog voor de corona-uitbraak, heb ik mezelf zeker wel verbaasd”, vertelt hij. “Vooral in de eerste drie wedstrijden. Daardoor wist ik meteen dat ik mee kon doen om de prijzen. Ik ben ook blij dat ik dat na de herstart weer op heb kunnen pakken.”
“Als je overkomt van de junioren hoop je natuurlijk wel dat je er gelijk staat, ik wist wel dat ik fysiek stappen had gezet. Maar het is toch altijd de vraag waar je staat in een nieuwe categorie. Dat bleek goed te zijn.”
Eerste profzege
Na de hervatting van het seizoen, was Kooij onder meer succesvol in Polen. Maar zijn grootste overwinning van dit jaar was de eerste etappe van de Italiaanse Coppi e Bartali. Daar klopte hij World Tour-renners van INEOS en Bahrain-McLaren in de massasprint, en pakte hij zijn eerste profzege. “M’n echte doorbraak bij de profs wil ik het nog niet noemen, het was een nog wat kleinere wedstrijd.”
“Maar het was er zeker wel eentje van een hoger niveau dan mijn andere overwinningen van dit jaar. Op profniveau, tussen meerdere World Tour-teams, super mooi om daar een overwinning te behalen. Het heeft wel een extra dimensie, het wordt wat meer opgemerkt. Maar uiteindelijk blijft winnen winnen, het gevoel van als eerste over de streep komen is in zo’n wedstrijd niet heel anders dan in andere wedstrijden.”
Tekst gaat door onder de foto
Olav Kooij, trainend in de Hoeksche Waard
Winnen tussen de profs. Vanaf volgend jaar krijgt Kooij er veel vaker de kans toe, als hij op 1 juli de overstap maakt van de opleidingsploeg naar de profs van Jumbo-Visma. De piepjonge sprinter is op dat moment nog altijd maar 19. “Het is natuurlijk vroeg, het is snel gegaan afgelopen jaar. Ik ben gewoon superblij met de ploeg waar ik nu in zit, ik geloof dat het de beste stap is voor mijn ontwikkeling en kijk er heel erg naar uit. Je merkt dat je in de combinatiewedstrijden met de profs, bijvoorbeeld in de Coppi e Bartali, al goed mee kan in de sprints, dus ik heb er wel vertrouwen in dat dit de juiste stap is. En dat hebben ze bij de ploeg ook.”
‘Dat zijn mannen waar je naar opkijkt’
Dylan Groenewegen, Fabio Jakobsen, Cees Bol: het zijn op dit moment de Nederlandse topsprinters in het peloton. Allen waren ze de 20 al gepasseerd, toen ze de overstap maakten naar de profs. “Vergelijken is altijd lastig en misschien ook wel gevaarlijk, dat doe ik zelf ook eigenlijk niet echt”, vertelt Kooij daarover. “Dat zijn natuurlijk wel mannen waar je naar opkijkt als sprinter, die hebben hele mooie dingen laten zien waarvan ik hoop ze ook te laten zien. Ik ben gewoon bezig met mijn eigen ontwikkeling en carrière.”
Tekst gaat door onder de foto
Olav Kooij, trainend in de Hoeksche Waard
Bij twee van de drie hierboven genoemde topsprinters, is het de vraag wanneer zij terugkeren tussen de grootste sprinters ter wereld. Groenewegen en Jakobsen kwamen begin augustus met elkaar in aanraking in de Ronde van Polen, met een verschrikkelijke val tot gevolg. Voor Jakobsen betekende het knokken voor zijn leven en een lang revalidatieproces, Groenewegen kwam dit jaar vooral door de mentale gevolgen van de val niet meer in actie.
Hoe beide mannen er volgend jaar aan toe zijn is nog onzeker, maar normaal gesproken wordt Kooij vanaf juli ‘gewoon’ ploeggenoot van Groenewegen. Wat verwacht hij van de Amsterdamse topsprinter, die al vier Touretappes won, te leren? “Ik heb in januari al een keer met hem mee mogen trainen, dat zijn pittige trainingen”, vertelt Kooij. “Daar word je niet gespaard. Maar daar leer je gewoon van, alleen al door er naar te kijken. Je ogen open houden en kijken hoe die mannen het aanpakken.”
Parijs-Roubaix
Met die leerschool hoopt Kooij zichzelf vanaf volgend jaar verder te ontwikkelen als sprinter. Zicht op zijn programma en concrete doelen heeft hij nog niet echt. Maar als we wat verder in de toekomst kijken en vragen naar een stiekeme droom? “Dan misschien wel Parijs-Roubaix, dat is ook wel een droomkoers. Net als de Ronde van Vlaanderen. Dat zijn magische koersen om te zien en te rijden. Maar met de Champs-Élysées of een WK zou ik ook hartstikke blij zijn”, lacht hij.
Bekijk boven dit bericht de volledige reportage met wielrenner Olav Kooij. – Dit is een bericht van onze mediapartner Rijnmond
Elke avond op de hoogte van het laatste nieuws uit de Hoeksche Waard? Schrijf je dan hier in voor onze gratis nieuwsbrief.